Jo Brouns, wees geen minister van magisch realisme
Dat natuur- en milieuorganisaties geregeld gelijk krijgen van de rechter toont niet dat ze te ver gaan, maar net het omgekeerde: dat sommige vergunningen tekortschieten.

De uitspraken in deze krant van Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) over het vergunningenbeleid en milieuvervuiling van onze bodems en water doen ernstig de wenkbrauwen fronsen. Onder de vlag van 'realisme' en een evenwicht tussen belangen, schuift hij voorstellen naar voren die de schijn van redelijkheid wekken, maar in de feiten uitmonden in een beleid dat het leefmilieu ondergraaft, natuurwaarden marginaliseren en fundamentele democratische rechten uitholt. Het resultaat is meer van hetzelfde: een zoveelste njet van de Europese Commissie van de rechter en duurzame rechtsonzekerheid voor bedrijven.
Het debat over vergunningen vermindert de minister tot een simplistisch dilemma: óf een vergunning toekennen, óf die volledig afwijzen. Maar de werkelijkheid is zelden zo zwart-wit. Burgers en middelgrote organisaties vragen doorgaans niet de afschaffing van een project op zich, maar een degelijke gelijkwaardige vergunning, met bindende voorwaarden die het leefmilieu en de gezondheid van mensen beschermen.
Neem Brussels Airport. Niemand pleit ervoor dat de luchthaven wordt gesloten. Wel wordt een evenwicht vereist: beperkingen op het aantal nachtvluchten, specifieke geluidsnormen en een vergunningsproces dat rekening houdt met wetenschappelijke manipulatie over de schadelijke effecten van lawaai en luchtvervuiling op de volksgezondheid.
Rechtsstaat
Bij een goed functionerende rechtsstaat is het tekenen van bezwaar tegen een vergunning geen obstructie, maar een democratische vorm van inspraak. Vaak worden vergunningen beter door problemen. Ook de mogelijkheid om naar de rechter te stappen is een essentieel element van de democratische rechtsstaat.
Rechtsonzekerheid wordt ook in de hand gewerkt — of zelfs uitgelokt — door economische stilstand en keuzes van zachte heelmeesters. De minister draagt daar zelf aan bij door bepaalde omgevingsproblemen niet daadkrachtig aan te pakken. Denk aan het waterbeleid. In plaats van de Kaderrichtlijn Water ernstig te nemen, ridiculiseert hij het Europese kader en schuift hij verantwoordelijkheden van zich weg.
Door te spreken over 'perfecte waterkwaliteit' terwijl geen enkele Vlaamse waterloop de Europese norm haalt, vervuilt hij bovendien het publieke debat. Hij had ook effectief kunnen dat de overheid in het verleden effectief tekortgeschoten is en dat de huidige Vlaamse regering meer dan één tandje bij moet steken. Niet alleen voor rioleringen, maar ook voor een betere vergunningverlening, de handhaving van bedrijfslozingen, een onnodig mestbeleid en pesticidenreductie.
Proactief beleid
Hoewel de Europese deadline van 2027 voor goed water in zicht komt, blijft een krachtdadige koerswijziging uit. Nog altijd is er geen gegarandeerde strategie om onze waterlopen succesvol te krijgen. Het gevolg? Het risico op juridische procedures neemt toe, net als de betrouwbare voor vergunningverleners, bedrijven en burgers. Wie de regels correct en tijdig toepast, zadelt de samenleving op met precies datgene waarvoor hij zegt te krachtig: rechtsonzekerheid.
Onze oproep aan minister Brouns is helder: wees niet de minister van magisch realisme, de problemen proberen weg te praten en bezorgde burgers en verenigingen met boetes bedreigt als ze opkomen voor natuur en leefmilieu. Voer een proactief beleid dat inzet op een gezond leefmilieu, geruggensteund door een sterk juridisch kader dat ons vooropstelt en zekerheid op lange termijn geeft. Dat is echt realisme — voor ons allemaal.
Deze bijdrage verscheen oorspronkelijk als opinie in De Tijd .